Bezoekers kijken ogen uit bij Sigarenmakerij in Valkenswaard tijdens Museumweekend

Het gratis Museumweekend kan jaarlijks terugkijken op een groot aantal bezoekers. Ook in Valkenswaard zwaaien deze dagen aan de Oranje Nassaustraat de deuren wijd open. Valkenswaard.Nieuws.nl richtte zich zaterdag op een van de drie musea van het Museumkwartier: de Sigarenmakerij.

Klik op bovenstaande afbeelding voor een fotoserie

Rijtuigenmuseum, Steendrukmuseum, Valkerijmuseum en de Sigarenmakerij. Valkenswaard heeft veel in huis. Met name de Sigarenmakerij spreekt voor de bevolking vaak nog tot de verbeelding. “Ooh, kijk, daar staat mijn opa.” “Deze tabak rookte mijn vader altijd.” Uitspraken die je op de eerste verdieping van het Carolusgebouw meermalen hoort. De schaarse verlichting in het museum brengt je al gauw in de sfeer van vroeger.

Met de handen op de rug staat een groep van de scouting rondom sigarenmaker Jacques Dielis (geboren in 1934). Hij snijdt aan een klein tafeltje een tabaksblad behendig in het juiste model. “42 jaar werkte ik op de Willem II. En ik maakte er tachtig per uur. En dat zes dagen per week. Ze werden per stuk betaald.” De jongeren weten niet wat ze horen. Een opa en oma knikken. Zij herinneren zich de zesdaagse werkweek nog.

Van ‘n dubbeltje naar ‘n euro

“Er waren veel verschillende modellen sigaren”, gaat hij verder. “Het ene model betaalde meer dan het andere. Maar ge moest alle modellen maken.” Hij maakt de luisteraars duidelijk dat je vroeger in de winkel een dubbeltje betaalde voor zo’n sigaar. “En nou betaal je toch zeker ‘nen dikken euro.” Geen wonder dat vroeger de werknemers naar binnen renden als de poorten opengingen. “Hoe meer sigaren je kon maken, hoe meer je verdiende.”

Tekst gaat verder onder de foto

Betty de Wit, lid van het bestuur, is blij met het koude weer. “Mensen gaan dan sneller naar een binnenactiviteit”, zegt ze met gedempte stem. “Als het warmer is gaan ze fietsen.” Ze is blij met de kinderworkshops die er zijn. “Ook de roofvogels in de tuin trekken veel bezoekers”, zegt het bestuurslid, dat verwacht dat er meer dan vijfhonderd bezoekers zullen komen. “Maar we weten het pas zondagavond, natuurlijk.” Dan loopt ze even mee langs vitrines met foto’s. “Kinderen van de scholen vinden het prachtig. Zeker ook als ik vertel dat je honderd gulden per week verdiende, niet te verwarren met de euro’s.”

Sigarenmaker Dielis ziet zich genoodzaakt vandaag te stoppen met het sigarenmaken. Door zijn hoge leeftijd gaat hij wat rusten en waaieren bezoekers uit over het museum. De een stelt wat vragen over allerlei machines die staan opgesteld, de ander telt het aantal sigarenmerken dat langs de wand te zien is. “Elisabeth Bas, sigaren uit Boxtel!”, roept een enthousiaste toerist. Om het hoekje staat ook een werktafeltje, waar twee poppen bij zitten, gehuld in kledij van toen. Klompen aan, schort voor en platte pet op.

Zestig lokale sigarenmakerijen

“Het imago van sigaren en sigaretten is tegenwoordig niet zo goed. Dat is jammer, want daardoor is het soms wat moeilijker om subsidies los te krijgen. En we willen er zo graag een landelijk museum van maken”, vertelt Betty de Wit. Aan de muur hangt een lijst van meer dan zestig plaatselijke sigarenmakerijen, grote en kleine door elkaar. ‘N.V. Hofnar Sigarenfabrieken’ staat op een enorme foto, waarop honderden werknemers bijeen staan. Het zijn hoofdzakelijk mannen. Iedereen heeft een bloem op het jasje, en manden met bloemen staan op de voorgrond.

Het werktafeltje van Dielis staat er korte tijd verlaten bij. In zijn tafeltje ligt de metalen plaat waarop de tabaksbladeren gesneden worden. Het rolmesje ligt er naast. In een glazen potje zit de lijm waarmee hij het dekblad vastplakt. In de sigarenplank liggen de juist-gemaakte sigaren klaar om geperst te worden. Dan komt een bezoeker naar boven die zojuist een echte roofvogel mocht vasthouden. “Ook spectaculair”, zegt een mevrouw tegen hem, “maar het verhaal van de echte sigarenmaker is ook heel erg boeiend.”

Het laatste nieuws uit gemeente Valkenswaard ontvangen? Meld je aan voor de NIEUWSBRIEF